ZKV - zeer kort verhaal


A.L. Snijders, pseudoniem van Peter Cornelis Müller (1937-2021)


Handleiding: Schrijven van een ZKV in de stijl van A.L. Snijders

  1. Kies een klein onderwerp of een alledaags moment
  • Begin met iets ogenschijnlijk onbeduidends: een gesprek met een buurman, een onverwachte ontmoeting, een herinnering aan vroeger, of een detail uit de natuur.
  • A.L. Snijders vindt vaak inspiratie in gewone dingen: een vogel, een vergeten anekdote, of een gedachte tijdens het afwassen.

Tip: Kijk om je heen, luister naar gesprekken, of neem een detail uit je dag dat je bijblijft.

  1. Beperk je tot één kernbeeld of gedachte
  • Een ZKV is vaak slechts enkele alinea’s lang en richt zich op één beeld, observatie, of moment.
  • Laat de gedachte of het beeld zichzelf ontplooien, zonder uit te wijden in overbodige details.

Voorbeeld: Een kat die in de zon ligt, kan een aanleiding zijn voor een reflectie over luiheid, vrijheid, of de natuur van het bestaan.

  1. Werk met contrast en spanning
  • In de verhalen van A.L. Snijders gebeurt vaak iets onverwachts. Een humoristische wending, een verrassende opmerking, of een licht ironische observatie houdt de lezer alert.
  • Combineer het alledaagse met het filosofische, en het serieuze met het speelse.

Voorbeeld: Je beschrijft een rustig landschap, maar eindigt met een onverwachte gebeurtenis zoals het losschieten van een koe uit een weiland.

  1. Houd het compact
  • Schrap alles wat overbodig is. Een ZKV draait om precisie: elk woord moet betekenis hebben.
  • Gebruik korte, heldere zinnen die de lezer direct aanspreken.

Snijders’ aanpak: Hij heeft een losse, vaak luchtige toon en vertrouwt op de suggestie. Hij legt niet alles uit.

  1. Maak het persoonlijk, maar niet zwaar
  • Veel ZKV’s van A.L. Snijders zijn geschreven in de ik-persoon en geven een inkijkje in zijn gedachten of ervaringen, maar zonder zwaarmoedigheid.
  • Reflecteer op jezelf of de wereld met een lichte melancholie of verwondering.

Voorbeeld: “Ik was gisteren jarig. Mijn vrouw zei dat de taart dit jaar kleiner is. Het huis is ook stiller geworden. Toch denk ik: de stilte is een cadeau.”

  1. Sluit af met een twist of open einde
  • Het einde van een ZKV biedt vaak een kleine verrassing, een nieuwe invalshoek, of laat ruimte voor interpretatie.
  • Denk aan een vraag, een onopgeloste gedachte, of een poëtisch beeld.

Voorbeeld: Na een verhaal over een oude vriend eindig je met: “Ik heb hem nooit meer gezien, maar als ik in de verte een hond hoor blaffen, denk ik dat hij misschien toch dichtbij is.”

Structuur van een ZKV

  1. Opening: Begin met een observatie, anekdote, of gedachte die de toon zet.
  2. Middenstuk: Werk het beeld uit met een kleine gebeurtenis of een associatie.
  3. Slot: Eindig met een verrassend beeld, een filosofische reflectie, of een open einde.

Stijlmiddelen om te gebruiken

  • Humor en ironie: Gebruik een licht spottende toon zonder belerend te worden.
  • Associaties: Laat je gedachten afdwalen van het ene naar het andere, alsof je samen met de lezer mijmert.
  • Poëtische beelden: Voeg af en toe een zintuiglijk detail toe om een sfeer te creëren.
  • Dialoog: Laat korte, terloopse gesprekken het verhaal ondersteunen.
  • Verstild ritme: Het mag klinken als een rustige wandeling in woorden.

Inspiratiebron

Een van Snijders’ ZKV’s begint bijvoorbeeld met:
"Mijn buurman heeft een haan. Elke ochtend om zes uur maakt hij een kabaal. Toen ik hem daarover aansprak, keek hij me aan en zei: 'Dat is geen haan, dat ben ik.' Sindsdien slaap ik beter."

Met deze handleiding kun je zelf aan de slag. Probeer vooral je eigen stem te bewaren, terwijl je de speelsheid en compactheid van Snijders omarmt.